Financiële termen worden vaak niet begrepen: 10 lastige termen uitgelegd
Ga je een woning kopen, dan wordt je overspoeld met vaktermen en moeilijke hypotheekwoorden. Uit onderzoek van SNS Bank blijkt dat één op de vijf mensen tot 35 jaar last heeft van vaktermen in brieven van o.a. financiële instellingen. Slechts 22 procent begrijpt altijd alles wat in de brieven staat die ze ontvangen. Daarom hebben wij alvast tien lastige begrippen voor je op een rijtje gezet en uitgelegd.
1. Bereidstellingsprovisie
Voor het afsluiten van een hypotheek wordt een hypotheekofferte opgesteld. Deze offerte is slechts een beperkte tijd geldig. Deze periode kun je verlengen. Het bedrag dat je hiervoor betaalt aan de geldverstrekker heet bereidstellingsprovisie.
2. Splitsingsakte
Als je een appartement koopt, koop je in feite een deel van een gebouw. Als de appartementen in een gebouw los van elkaar ingeschreven staan bij het Kadaster, is het gebouw gesplitst. Hoe het gebouw is opgesplitst ligt vast in een splitsingsakte. Hierin staat precies welke ruimtes in het gebouw van jou zijn en welke gemeenschappelijk.
3. Bijleenregeling
Sinds 1 januari 2004 is de bijleenregeling van kracht. Het doel hiervan is huiseigenaren te stimuleren om bij een verhuizing de overwaarde van hun huis te gebruiken voor de financiering van hun nieuwe woning.
4. Annuïteitenhypotheek
De meest afgesloten hypotheekvorm is de annuïteitenhypotheek. Bij deze hypotheek betaal je tijdens de gehele looptijd maandelijks hetzelfde bedrag. De eerste jaren bestaat dit bedrag vooral uit rente. De laatste jaren uit aflossing. Aan het eind van de looptijd heb je je hypotheek geheel afgelost.
5. Lineaire hypotheek
Je maandlasten bij een hypotheek bestaan gedeeltelijk uit aflossing en rente. Bij een lineaire hypotheek los je maandelijkse hetzelfde bedrag af. Elke maand wordt je schuld kleiner. Hiermee wordt het rentebedrag dat je per maand betaalt ook lager, waardoor je maandlasten gedurende de looptijd afnemen.
6. Bouwrente
Je betaalt bouwrente bij de bouw van een nieuwbouwwoning aan de aannemer van de woning. De aannemer maakt namelijk al kosten voor de aankoop van de grond en voor de bouw. De bouwrente kun je meestal meefinancieren in je hypotheek. Je betaalt al maandelijkse kosten voor je nieuwe woning als deze nog in aanbouw is.
7. Depotrekening
Koop je een nieuwbouwwoning, dan komt het geld voor de bouw in een depotrekening bij de bank of geldverstrekker. Vanuit deze rekening betaal je de facturen van de aannemer tijdens de bouw van je nieuwe huis. De depotrekening is een onderdeel van je hypotheek.
8. Eigenwoningforfait
Eigenwoningforfait is een fiscale bijtelling bij het inkomen in verband met het hebben van een koopwoning. De hoogte van het bedrag wordt bepaald aan de hand van de waarde van het huis.
9. Overbruggingskrediet
Heb je een nieuw huis gekocht, maar je huidige huis is nog niet verkocht? Dan kun je een overbruggingskrediet aanvragen. Je leent dan tijdelijk het bedrag dat vrij zal komen uit de verkoop van je huidige woning, zodat je niet hoeft te wachten tot je huidige woning is verkocht en betaald.
10. Bankgarantie
Als je een huis koopt, dan teken je een koopovereenkomst. Hierin wordt vaak gevraagd om een aanbetaling van 10 procent van het aankoopbedrag. Heb je onvoldoende eigen geld voor deze aanbetaling, dan kun je een bankgarantie nemen. Hiermee heeft de verkoper zekerheid dat hij 10 procent van de aankoopsom ontvangt, als jij toch afziet van de koop. Je betaalt wel voor een bankgarantie. Denk aan ongeveer 1 procent van de aanbetaling.