Overgangsrecht hypotheek
Het overgangsrecht geldt voor een hypotheek die al bestond op 31 december 2012.
Wat is overgangsrecht?
De term overgangsrecht wordt gebruikt voor een hypotheek die al bestond op 31 december 2012. Per 1 januari 2013 zijn er namelijk nieuwe hypotheekregels gekomen. Deze nieuwe regels verplichten je om voor het behouden van je hypotheekrenteaftrek de lening annuïtair of lineair en binnen 30 jaar af te lossen.
Hoe werkt overgangsrecht?
Als je op 31 december 2012 al een hypotheek had, dan kun je voor het bedrag van deze hypotheek de oude regels laten gelden en ben je niet verplicht om annuïtair of lineair af te lossen voor dat deel. Alleen als je een hogere hypotheek afsluit dan je had (bijvoorbeeld omdat je nieuwe woning duurder is dan je oude), zijn voor dat hogere hypotheekdeel de nieuwe regels van toepassing.
Wanneer valt je hypotheek onder het overgangsrecht?
- Als je op 31 december 2012 een huis met een hypotheek had die je gebruikt als hoofdverblijf.
- Bij het oversluiten van je bestaande hypotheek (gesloten voor 31 december 2012). Het overgangsrecht geldt dan voor het resterende bedrag van de hypotheek op 31 december 2012 (een eventuele aflossing verlaagt het overgangsrecht).
Overgangsrecht bij verhuizen
Als je gaat verhuizen dan kun je het overgangsrecht (oude hypotheek van vóór 2013) meenemen. Je moet dan wel in het lopende kalenderjaar of het daaropvolgende jaar een nieuwe hypotheek afsluiten.
Voorbeeld
Je verkoopt je huis in 2024 en lost daarmee je hypotheek af. Je moet dan uiterlijk 31 december 2025 een nieuwe woning gekocht hebben die aan je overgedragen is bij de notaris. Op deze manier kun je je oude hypotheek meenemen onder het overgangsrecht.
Overgangsrecht aflossingsvrije hypotheek
Het overgangsrecht is vooral gunstig voor mensen met een (gedeeltelijk) aflossingsvrije hypotheek. Door het overgangsrecht behouden zij hun recht op de hypotheekrenteaftrek zonder dat ze verplicht worden om (lineair of annuïtair) af te lossen. Bij een verhuizing hanteren veel hypotheekverstrekkers echter wel de regel dat de nieuwe aflossingsvrije hypotheek niet hoger dan 50 procent van de marktwaarde mag zijn, ook al had men eerder een hoger aflossingsvrij deel. 