Arbeidsongeschikt
Je bent arbeidsongeschikt als je geheel of gedeeltelijk niet meer in staat bent om arbeid te verrichten. Als je arbeidsongeschikt raakt en je bent in loondienst bij een werkgever, dan kan je recht hebben op een WIA-uitkering. WIA staat voor: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Regelingen van de overheid
Het kan iedereen overkomen, je wordt ziek of krijgt een ongeval en je bent niet meer in staat om te werken zoals vroeger. In het ergste geval kun je helemaal niet meer werken. Dit betekent een grote terugval in je inkomen. De overheid heeft hiervoor een tweetal regelingen, die ervoor zorgen dat als je arbeidsongeschikt raakt dat je niet aangewezen bent op de bijstand. Deze regelingen zijn Wet verlening uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (Wulbz) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).
Als je ziek wordt, betekent dit niet dat je meteen langdurig arbeidsongeschikt bent. Vaak ben je na een paar dagen weer beter. Tijdens deze korte periodes van ziekte krijg je gewoon loon doorbetaald. Dit gebeurt niet vrijwillig door je werkgever. Een werkgever wordt hiertoe verplicht door de Wet verlening uitbreiding loondoorbetalingplicht bij ziekte (Wulbz).
Zelfstandige ondernemers hebben geen recht op een WIA-uitkering en kunnen er voor kiezen om een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten.
Restverdiencapaciteit
Sinds 1 januari 2006 is de WIA van kracht, ter vervanging van voornamelijk de WAO. In deze wet staat werk voorop. Door middel van financiële prikkels worden werkgevers en werknemers gestimuleerd er alles aan te doen om gedeeltelijk arbeidsongeschikten aan het werk te helpen of te houden. Tegelijkertijd is er een inkomensbescherming voor mensen die echt niet meer aan de slag kunnen komen. Je bent voor de WIA arbeidsongeschikt als je door ziekte, ongeval, zwangerschap of na bevalling niet in staat bent om met gangbare arbeid hetzelfde te verdienen als gezonde personen met een soortgelijke opleiding. Bij de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt eerst gekeken wat je als werknemer verdiende voordat je ziek werd, het laatst verdiende inkomen. Vervolgens wordt bekeken wat je op dit moment met je restcapaciteit zou kunnen verdienen. Dat loon is de restverdiencapaciteit. Deze restverdiencapaciteit wordt bepaald door de drie meest betalende functies waarvoor je in aanmerking komt te selecteren en daar het middelste inkomen van te nemen.