Hypotheekakte

Een notaris maakt bij aankoop van een woning vaak twee akten op. Eén is de akte van levering en de andere is de hypotheekakte. In de hypotheekakte staan alle gegevens en bepalingen van je hypotheek.

J8a2306 Social Media

Op verzoek van de geldgever (de bank) maakt de notaris een hypotheekakte op. Met deze akte wordt het recht van hypotheek en de daarbij geldende bepalingen vastgelegd. Anders gezegd jij geeft je woning als onderpand aan de bank in ruil voor een geldlening om je woning te kunnen bekostigen. De hypotheekakte moet bij het Kadaster ingeschreven worden en op dat moment is de hypotheek definitief gevestigd.

Gegevens in de hypotheekakte

Niet alle hypotheekaktes zijn precies hetzelfde, een aantal gegevens moet in iedere hypotheekakte staan. De belangrijkste zijn:

  • De naam van de hypotheeknemer (de geldgever)
  • De naam, geboortedatum en woonplaats van de hypotheekgever (de geldnemer, dat ben jij)
  • De naam en standplaats van de notaris
  • Onderpandgegevens, dit dient nauwkeurig te gebeuren.

In de hypotheekakte staan ook de aard, ligging, vermelding van kadastrale gemeente, sectie- en perceelnummer. Het hypotheekbedrag moet in de akte worden genoemd. In veel gevallen neem je als geldnemer een hogere inschrijving. Dit houdt in dat je in de toekomst binnen deze inschrijving weer geld kan opnemen zonder tussenkomst van de notaris. Deze opname wordt wel behandeld als een nieuwe aanvraag.

In de hypotheekakte wordt de hypotheekvorm genoemd, hierbij gaat het om een vaste hypotheek, een bankhypotheek of een krediethypotheek. Daarnaast worden ook de hypotheekbedingen vermeld, dit geeft de geldgever, de bank, meer bescherming. En als laatste de dagtekening, hierbij wordt de plaats, datum en tijd van passeren in de akte vermeld. 

 

De informatie op deze pagina is gecontroleerd door:

Ulrich Purperhart | Adviseur Adviesdesk