Verkiezingsprogramma’s bieden onvoldoende oplossingen voor woningtekort
Woningprobleem te groot om in één kabinetsperiode op te lossen. Hoewel veel politieke partijen de woningmarkt in hun verkiezingsprogramma hoog op de agenda hebben gezet, biedt dit onvoldoende soelaas voor de krapte op de huizenmarkt. Zo zijn de voorgestelde maatregelen niet voldoende om het woningtekort van ruim 285.000 huizen op te lossen. Dat betekent dat er op korte termijn geen beter perspectief is voor woningzoekenden onder wie de behoefte aan een betaalbare woningen het grootst is, zoals starters en senioren. In de komende kabinetsperiode moet volgens ons dan ook alles op alles worden gezet om de doorstroming te stimuleren en de woningvoorraad substantieel te vergoten.
We hebben de verschillende verkiezingsprogramma’s op basis van zeven thema’s geanalyseerd. Hoewel wij toejuichen dat er veel aandacht is voor de woningmarkt, biedt dit op korte termijn geen oplossing voor het woningtekort. “Het is erg positief dat de krapte op de huizenmarkt hoog op de politieke agenda staat. Met een enorm tekort van 285.000 geschikte woningen is het belangrijker dan ooit dat de doorstroming op de woningmarkt nu echt op gang komt. Daarnaast moet de woningvoorraad fors worden uitgebreid, in het bijzonder voor starters en senioren”, zegt Michel van den Akker, algemeen directeur van De Hypotheker. “Tegelijkertijd maken we ons geen illusies: de krapte op de woningmarkt is zó groot dat dit niet in één kabinetsperiode opgelost kan worden. Met de huidige plannen kan het woningtekort verkleind worden, maar er is veel meer voor nodig om dit vraagstuk echt te kunnen oplossen”.
Dit zijn de zeven belangrijkste thema's die terugkomen in de verschillende partijprogramma's.
1. Minister van Wonen, Ruimte en Leefomgeving
Veel partijen zijn het er over eens dat er meer aandacht moet komen voor de krapte op de woningmarkt en zijn voorstander van de komst van een minister van Wonen, Ruimte en Leefomgeving. Deze minister zou de regie namens het Rijk steviger naar zich kunnen toetrekken, onder meer door in de regio, in samenwerking met provincies en gemeenten, nieuwe bouwlocaties aan te wijzen en door het stimuleren en realiseren van bouwplannen. Partijen als D66, CDA, SP, PVV, ChristenUnie, 50Plus, SGP, DENK en FvD pleiten hiervoor.
2. Landelijk versus stedelijk bouwen
Uitsluitend in stedelijke gebieden bouwen is niet voldoende om het woningtekort tegen te gaan. Buitenstedelijk bouwen in landelijke gebieden is cruciaal om de woningvoorraad te vergroten, vinden verschillende partijen. De VVD, PVV, SGP, D66 en de Partij voor de Dieren hebben ‘landelijk bouwen’ daarom in hun verkiezingsprogramma opgenomen. Zij geloven dat dit de weg kan vrijmaken voor een betere regionale spreiding van nieuwe woningen. Dit kan ingevuld worden door bebouwing aan de rand van woonkernen en in de vorm van grote nieuwbouwlocaties. Hierdoor wordt de druk op de oververhitte huizenmarkt in de Randstad verminderd.
3. Meer nieuwbouwwoningen
Alle partijen vinden dat er meer nieuwbouw moet komen. Hiermee geven zij gehoor aan een actieplan dat een bouwcoalitie van 34 organisaties vorige maand in samenwerking met gemeenten en provincies heeft gepresenteerd. Zij willen dat in de komende tien jaar één miljoen woningen worden gebouwd en dat het nieuwe kabinet het voortouw neemt. D66 en CDA ondersteunen dit; het CDA wil een kwart van de woningen reserveren voor starters en meer variatie voor ouderen realiseren. ChristenUnie zit op dezelfde lijn en wil dat 100.000 woningen per jaar worden gebouwd met een substantieel deel voor starters en ouderen. GroenLinks pleit daarnaast voor een Volkshuisvestingfonds waarvan minstens 40 procent bestemd is voor sociale huur. Ook de PvdA is hiervan voorstander. DENK wil zelfs één miljard euro investeren in zo’n fonds. VVD wil via een Nationaal Bouwfonds investeren in nieuwbouw door de lasten van bouwers te verlagen. Ook PVV, SGP en FvD willen meer koopwoningen, waarbij FvD maximaal 30 procent van de nieuwbouw wil reserveren voor sociale huurwoningen.
4. Hypotheekrenteaftrek
Hypotheekrenteaftrek is al jaren een hot topic. De meningen hierover zijn verdeeld. D66 wil de aftrek volledig afbouwen en in ruil hiervoor de inkomstenbelasting verlagen. Ook PvdA, ChristenUnie en SGP willen de hypotheekrenteaftrek afbouwen, waarbij de PvdA het eigenwoningforfait wil verlagen. De ChristenUnie wil ter compensatie de inkomstenbelasting verlagen, terwijl de SGP voorstander is van beide maatregelen om de lasten van huizenbezitters te verlichten. DENK wil de hypotheekrente versneld ontmantelen voor dure woningen en de SP wil dat de aftrek voor hypotheken boven 350.000 euro wordt beperkt. PVV en FvD willen de hypotheekrenteaftrek daarentegen in stand houden.
5. Starters en senioren
CDA wil een kwart van de nieuwbouwwoningen beschikbaar stellen voor starters. Ook wil zij een nieuwe vorm van premie A-woningen introduceren, de starterslening aantrekkelijker maken en de studieschuld minder zwaar laten meewegen. Dat laatste punt geldt ook voor VVD. D66 wil dat de werkelijke lasten van de studieschuld meetellen bij de berekening van de maximale hypotheek. Ook ChristenUnie wil de wegingsfactor bij de hypotheek baseren op de actuele studieschuld, niet op de totale schuld. PvdA wil starters helpen met een kooppremie voor een eerste nieuwbouwwoning, het afschaffen van de overdrachtsbelasting en de studieschuld minder zwaar laten meetellen. FvD wil ook de overdrachtsbelasting afschaffen en de studieschuld niet meerekenen bij een hypotheekaanvraag. SGP vindt ‘bouwsparen’ een effectief middel om starters te helpen, om te zorgen dat de hypotheeklasten dalen en sparen voor een eerste woning wordt gestimuleerd.
Ook besteden veel partijen aandacht aan ouderen. Zo willen het CDA en de VVD een deel van de nieuwbouwwoningen reserveren voor betaalbare en flexibele woonvormen voor senioren. Ook ChristenUnie en GroenLinks zijn voorstander van een vast percentage van passende woonvormen en levensloopbestendige woningen.
6. Herontwikkeling en doorstroming woningmarkt
Veel partijen willen de doorstroming op de woningmarkt vergroten. Daarbij is veel aandacht voor passende en duurzame woningen per doelgroep (GroenLinks en D66), zodat er meer starterswoningen beschikbaar komen. Ook leegstaand vastgoed moet een nieuwe bestemming krijgen (SP, VVD, CDA, FvD, Partij voor de Dieren en ChristenUnie) om doorstroming te bevorderen. Ook een zelfbewoningsplicht, opkoopbescherming of speculantenheffing zijn mogelijke maatregelen om te voorkomen dat huizen worden opgekocht door investeerders.
7. Duurzaamheid
De Partij voor de Dieren wil dat alle nieuwbouw gasvrij wordt, minstens energieneutraal en zo mogelijk energiepositief. Ook de SGP vindt dat ‘aardgasvrij’ de norm moet zijn bij nieuwbouw en de focus bij bestaande bouw moet liggen op energiebesparing. Het CDA is voorstander van een ‘groennorm’ en D66 wil de financiering van duurzame huizen stimuleren. ChristenUnie wil meer nul-op-de-meter woningen, zodat de verduurzaming van de woningbouw in een stroomversnelling komt. De SP wil de energierekening verlagen door energiebestendige voorzieningen te faciliteren. De VVD wil investeringen in de verduurzaming van de woning aftrekbaar maken van het eigenwoningforfait, terwijl FvD juist een tegenstander is van zulke financiële prikkels.
Op zoek naar een overzicht van alle woningmarkt-standpunten van de politieke partijen? Wij zetten het voor je op een rij.