In tweede helft 2023 daling langlopende hypotheekrentes in vooruitzicht
De gemiddelde hypotheekrente is in de eerste vijf maanden van 2023 gestabiliseerd en gaat naar verwachting tegen het einde van dit jaar zelfs dalen. Tegelijkertijd kruipen de hypotheekrentes van verschillende rentevaste periodes steeds dichter naar elkaar toe. De verschillen tussen de 10- en 30-jaarsrente zijn historisch klein, blijkt uit cijfers van De Hypotheker. Dit betekent dat het voor huizenkopers gunstiger kan zijn te kiezen voor een iets hogere rente op lange termijn, zodat zij langer verzekerd zijn van stabiele maandlasten. Niet alle rentes zijn echter stabiel; de gemiddelde variabele rente met Nationale Hypotheek Garantie is sinds begin 2023 met ruim één procentpunt gestegen en staat nu zelfs hoger dan de 30-jaars rente met NHG.
De gemiddelde hypotheekrente bleef in de afgelopen vijf maanden vrijwel stabiel. Voor alle hypotheekrentes uit de verschillende rentevaste periodes geldt dat ze sinds januari 2023 ten opzichte van nu nauwelijks zijn veranderd, blijkt uit cijfers van De Hypotheker. Zo is de 10-jarige hypotheekrente met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) met 0,01 procentpunt gestegen en de 30-jarige hypotheekrente met 0,01 procentpunt gedaald. Daarnaast is het verschil tussen de 10- en 30-jaarsrente met NHG veel kleiner dan in voorgaande jaren. Het verschil tussen deze renteperiodes ligt nu op 0,36 procentpunt. Ook voor de hypotheekrente op 100 procent marktwaarde geldt dat de verschillen tussen de rentevaste periodes historisch klein zijn. Zo bedraagt het verschil tussen de gemiddelde 20- en 30-jaars rente slechts 0,08 procentpunt. Alleen de variabele rente met NHG (4,62 procent) laat een stijging zien in vergelijking met januari van dit jaar (3,35 procent). De variabele rente staat nu zelfs hoger dan de gemiddelde 30-jaarsrente met NHG.
Naast de variabele rente is de gemiddelde 5-jaars rente hoger dan de rente op langer lopende leningen, waardoor sprake is van een omgekeerde rentecurve. Dit komt enerzijds door de verhoging van de beleidsrente door de Europese Centrale Bank (ECB) en anderzijds door de verwachting op de financiële markten dat hogere rentes op lange termijn niet houdbaar zijn vanwege de verslechtering van de economie. Vaak blijkt dit een voorbode van een recessie. De Hypotheker verwacht dat de ECB een verkrappend monetair beleid blijft voeren om de inflatie onder controle te houden. Het beleid tempert de economische groei- en inflatieverwachtingen en remt de stijging van de kapitaalmarktrentes af. Zo is de verwachting dat in de komende maanden twee renteverhogingen volgen en deze in juli een piek van 3,75 procent bereiken. De rentes op hypotheken met een korte rentevaste periode zullen evenredig mee stijgen. De Hypotheker verwacht echter dat de langlopende hypotheekrente, naast de nu al zichtbare stabilisatie, op langere termijn gaat dalen.
"We zien minimale verschillen in de gemiddelde hypotheekrente over de afgelopen vijf maanden. Hieruit kunnen we concluderen dat de hypotheekrente ten opzichte van 2022 - toen nog een flinke stijging zichtbaar was - is gestabiliseerd."
Na een flinke stijging - van 0 procent begin vorig jaar naar 3 procent in maart - is de kapitaalmarkrente nu redelijk stabiel”, vertelt Menno Luiten, commercieel directeur van De Hypotheker. “Onze verwachting voor de renteontwikkeling hangt samen met de inflatieverwachting. Door de renteverhogingen wordt lenen duurder; hierdoor valt de vraag waarschijnlijk terug en neemt de prijsdruk af, wat een neerwaarts effect heeft op de inflatie. Bij een laagconjunctuur kan de ECB de depositorente mogelijk weer verlagen. Hierdoor is de kans groot dat later dit jaar een daling van de langere rentes in het vooruitzicht ligt. In combinatie met de dalende huizenprijzen worden de mogelijkheden voor huizenkopers hierdoor groter. Door toch te kiezen voor een iets hogere rente kunnen zij tien jaar langer verzekerd zijn van stabiele maandlasten; bovendien zijn de cao-lonen in het eerste kwartaal van 2023 met zo’n 5 procent gestegen: de grootste stijging in veertig jaar. Voor sommige woningzoekenden heeft dit als gevolg dat hun leencapaciteit toeneemt, wat hun vooruitzichten op de huizenmarkt verder kan verbeteren.”