Verkoop particuliere huurhuizen vlakt af
De grootschalige verkoop van particuliere huurhuizen vlakt af. In het derde kwartaal was nog 1 op de 10 te koop staande woningen voorheen een huurwoning, blijkt uit cijfers van het Kadaster. Daarmee lijkt de grootste ‘uitpondgolf’ voorbij.
Door hogere rentes, strengere regels en hogere belastingen werd het voor particuliere beleggers minder aantrekkelijk om een woning te verhuren. Sinds 1 juli is de Wet betaalbare huur in werking getreden, waardoor ook particuliere verhuurders een maximale huurprijs mogen vragen aan nieuwe huurders. Lopende huurcontracten hoefden niet tussentijds gewijzigd te worden.
De combinatie van deze maatregelen zorgde er in de afgelopen kwartalen voor dat verhuurders hun woningen verkochten, het zogeheten uitponden. Deze trend lijkt nu af te vlakken. Op dit moment zijn er volgens het Kadaster 767.000 Nederlandse woningen in handen van investeerders. Dit aantal nam in het afgelopen kwartaal met zo’n 7.500 af, 57 procent meer dan een jaar geleden. Vergeleken met het tweede kwartaal was sprake van 11 procent meer verkopen.
Huurwoningen vooral in grote steden verkocht
In de vier grote steden ligt het aantal huurwoningen dat wordt verkocht hoger dan in de rest van het land. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is 17,5 procent van de te koop staande huizen een voormalige huurwoningen. In heel Nederland ligt dit percentage op 9,5 procent.