DNB: bijna alle woningeigenaren kunnen verduurzaming betalen
Voor vrijwel alle huiseigenaren is het mogelijk om verduurzaming van hun woning te betalen. Dat blijkt uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB). In de praktijk blijft de realisatie van verduurzaming nog wel achter op de doelstellingen.
Het verduurzamen van bestaande woningen is belangrijk in de transitie richting een klimaatneutrale economie. Daarnaast is verduurzaming goed voor de portemonnee van huiseigenaren. Daarmee kan de klap van een eventuele nieuwe energiecrisis, zoals begin 2023, beter worden opgevangen en is minder overheidsingrijpen zoals het prijsplafond noodzakelijk. De energiecrisis heeft verduurzaming wel in een stroomversnelling gebracht, maar nog niet voldoende om de doelstelling van 2,5 miljoen verduurzaamde huizen in 2023 te halen.
DNB vroeg huiseigenaren in een enquête naar hun energieverbruik. Uit deze rondvraag blijkt dat meer dan de helft van de huishoudens sinds de energiecrisis hun energieverbruik heeft verminderd. Ook hebben zij een stuk meer geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen. Een vijfde van de huiseigenaren deed dit onder andere door een grote investering als spouwmuurisolatie. Een toename van 25 procent ten opzichte van 2022.
Merendeel kan verduurzaming betalen
Ondanks deze hoopvolle ontwikkelingen is er werk aan de winkel om de doelstelling te behalen. De betaalbaarheid van verduurzamingsmaatregelen is vaak een belangrijke factor om wel of niet over te gaan tot verduurzaming van de woning. Volgens DNB zou het voor 95 procent van de woningeigenaren geen probleem moeten zijn om de maatregelen te financieren. Uit eigen middelen om middels een lening binnen de leennormen. DNB heeft hierbij gekeken naar de kosten voor isolatie tot energielabel B en een elektrische warmtepomp. Daarbij moet in beide gevallen een financiële buffer worden aangehouden van € 10.000.
66 procent van de huishoudens heeft voldoende spaargeld om aan te boren voor de verduurzaming en houdt daarna nog voldoende buffer op de spaarrekening. Bijna alle andere huiseigenaren kan een verantwoorde lening afsluiten (29 procent) of gebruikmaken van de Energiebespaarlening (EBL) van het Warmtefonds (3 procent). Vorig jaar berekende DNB nog dat ongeveer 85 procent van de huishoudens verduurzaming kon betalen. Het gestegen percentage komt vooral doordat huishoudens sinds de coronapandemie meer spaargeld hebben opgebouwd.
Dat verduurzaming binnen de financiële mogelijkheden ligt, betekent uiteraard niet dat de stap naar een energiezuinigere woning ook wordt gezet. Zij die dit wel doen betalen de vergroening vooral vanuit spaargeld (82 procent) en relatief weinig vanuit andere mogelijkheden. Bij de groep die nog niet heeft geïnvesteerd in verduurzaming zijn onduidelijkheid en onzekerheid over de terugverdientijd en relatief hoge kosten de belangrijkste remmende factor.