Belegger verdwijnt van woningmarkt, starter laat zich zien
In het eerste kwartaal van dit jaar was een toename van het aantal door starters gekocht woningen te zien. Uit cijfers van het Kadaster blijkt dat starters meer op de woningmarkt te zien zijn en dan met name in de grote steden. Dit heeft deels te maken met het terugtrekken van beleggers op de woningmarkt.
Verschil in maandlasten door gestegen rente
Zo werden in het eerste kwartaal van dit jaar 16.730 woningen gekocht. Dit is een toename van 2 procent ten opzichte van een jaar eerder. Hiermee is ruim 40 procent van het aantal aangekochte woningen door starters gedaan. Dit is zelfs 58 procent in de grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.
De verbeterde positie van de starter heeft deels te maken met het terugtrekken van beleggers op de woningmarkt. Met name de kleine particuliere beleggers verkopen hun panden. Oorzaak hiervoor zijn de nieuwe regels omtrent het verhuren van een woning:
- Zelfbewoningsplicht die gemeente kan invoeren
- Verhoogde overdrachtsbelasting
- Puntenstelsel dat de hoogte van huren bepaalt
Deze regels hebben impact op de opbrengst van verhuren. Hierdoor besluiten veel beleggers om hun huizen in de verkoop te zetten.
Verkoop met name in Amsterdam en Utrecht
Veelal zitten de woningen van deze particuliere beleggers in de goedkopere prijsklasse. Zodra deze woningen te koop gezet worden, neemt het aanbod voor de starter toe. Dit is te zien aan de verkoopcijfers. Zo zijn woningen die te koop zijn gezet door verhuurders, in 60 procent van de gevallen gekocht door een starter. Deze aankopen vonden vooral in Amsterdam en Utrecht plaats.
Naast het groeiende woningaanbod, heeft de starter minder concurrentie van beleggers. Wanneer een starter een bod doet, zijn beleggers met vaak meer koopkracht nu minder of zelfs geen concurrent meer.