Lichte bries op de koopwoningmarkt: huizenprijzen dalen voor het eerst sinds lange tijd
Opvallend nieuws uit de koopwoningmarkt: na een jarenlange stijging daalden de huizenprijzen in het vorige kwartaal. Dit maakte makelaarsvereniging NVM bekend. Kunnen we de slingers al ophangen, of moeten we daar nog even mee wachten?
Daling huizenprijzen
Er is in het vorige kwartaal verlichting gekomen voor de oververhitte woningmarkt. De huizenprijzen daalden namelijk met 2,1 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Dit lijkt weinig, maar de laatste keer dat de huizenprijzen met meer dan 2 procent daalde was in 2012. In het afgelopen kwartaal werd er gemiddeld 428.000 euro betaald voor een koopwoning. In het slotkwartaal van 2021 was dit nog ongeveer 440.000 euro.
Daling verschilt per regio
Er zitten grote regionale verschillen in de prijsontwikkeling van koophuizen. In Zeeuws-Vlaanderen daalde bijvoorbeeld de huizenprijzen met met maar liefst 9,2 procent, maar in Midden-Noord-Brabant stegen ze juist weer met 4,2 procent. Wat betreft grote steden zijn de regio Groot-Amsterdam (een daling van 5,6 procent) en ‘s Gravenhage (min 2,5 procent) de grootste opvallende dalers.
Zo lijkt er voorzichtig een omslag plaats te vinden op de woningmarkt. Hier moet wel bij worden opgemerkt dat de de huidige huizenprijzen nog steeds bijna 14 procent hoger liggen dan vorig jaar rond deze tijd.
“Licht briesje over de woningmarkt”
Enkele mogelijke oorzaken voor de lichte prijsdaling zijn de stijgende hypotheekrente, de oorlog in Oekraïne en de grote stijging in de energiekosten. Maar volgens NVM-voorzitter Onno Hoes is het nog “te vroeg om conclusies te trekken” over hoe deze ontwikkelingen doorwerken op de woningmarkt. Daarnaast benadrukt hij dat de vraag naar koopwoningen onverminderd groot is en het aanbod te klein. Toch durft hij wel over een ‘’licht briesje” op de woningmarkt te spreken.